Van de vier onderdelen van digitale geletterdheid zorgt computational thinking waarschijnlijk voor de meeste vraagtekens. Wanneer je de term letterlijk vertaald, dan lijkt het erop dat je moet leren denken als een computer. Gelukkig is dat niet wat er van jou verwacht wordt binnen computational thinking. Maar wat dan wel?
In het kort gaat het bij computational thinking erom dat je een vraagstuk zo weet te formuleren dat je het kunt oplossen met gebruik van computertechnologie. Dus, heb je het over computational thinking, dan heb je het over probleemoplossend denken en denken in stappen. Computational thinking wordt daarom ook wel eens in een adem genoemd met onder andere algoritmes en programmeren.
Om beter grip te krijgen op deze brede term, hebben we voor jou de 6 belangrijkste begrippen van computational thinking op een rijtje gezet.
De kern van een probleem proberen te achterhalen door de details weg te laten. Je maakt het probleem zo eenvoudig mogelijk te begrijpen en zet dat onderdeel om in een model, symbool of een concept.
Een groter probleem opdelen in kleinere stukken om vervolgens de kleinere deelproblemen op te lossen.
Stapsgewijs denken. Dit is bijvoorbeeld te vatten in ‘hoe maak ik een schaal lasagne?’ Het maken ervan heeft een aantal opeenvolgende stappen nodig.
De oplossing analyseren. Je vergelijkt de oplossing met de beginsituatie en bedenkt of je aanpak goed is geweest.
Bedenken of de oplossing geschikt kan zijn voor andere problemen zodat een ander probleem sneller opgelost kan worden.
De oplossing (gedeeltelijke) automatiseren door het door een computer te laten uitvoeren. De oplossing kan ook in een algoritme worden gegoten.
Dit zijn nogal wat onderdelen, maar schrik niet! Onbewust ben je al zeker met een aantal onderdelen bezig tijdens de les.
Wil je graag gestructureerd aan de slag met computational thinking in de klas? Neem een kijkje in onze bibliotheek vol lesmaterialen met een gratis proeflicentie.