.
Leerlingen werken aan digitale geletterdheid zonder computer

Offline en online werkvormen voor digitale geletterdheid

Digitaal geletterd zonder computer: kan dat?

Digitale geletterdheid is helaas onlosmakelijk verbonden aan een paar hardnekkige clichés. Zo ziet Sanne vanuit haar rol als communicatieverantwoordelijke online de mooiste vragen en stellingen de revue passeren. Zo ook deze: ”leerlingen worden alleen via de computer digitaal geletterd.” Dat dit niet klopt, is voor jou misschien geen verrassing. Maar waarom wordt dit dan zo vaak gezegd? En hoe zien offline werkvormen voor digitale geletterdheid er dan precies uit?

 

Sanne Malcorps | 26 juli 2021

 

Digitalisering van het onderwijs en digitale geletterdheid

Voordat ik jullie meeneem naar een paar concrete voorbeelden, wil ik graag stilstaan bij de vraag zelf. Want waar komt de misvatting vandaan dat je voor digitale geletterdheid altijd een apparaat nodig hebt?

Het antwoord ligt volgens mij bij de verwarring van wat digitale geletterdheid nu precies inhoudt. De term digitale geletterdheid doet vermoeden dat het gaat om ‘knopvaardig zijn’ en dus weten hoe een computer werkt. (1) Alleen, zoals je ondertussen misschien wel weet, is dat maar een klein onderdeel van digitale geletterdheid.

Om dit goed toe te lichten, geef ik je graag eerst de definitie van ‘geletterdheid’, want dat is eigenlijk nog steeds de kern van het hele verhaal. ‘Een geletterde persoon’ in de 21e eeuw is (in de brede zin) volgens Stichting Lezen “een taalvaardig en kritische burger die kan omgaan met media en informatie”.(2) Hoewel je dus moet kunnen lezen en schrijven, moet je deze vaardigheden ook kunnen inzetten in je dagelijkse leven. En ons dagelijks leven is tegenwoordig steeds digitaler geworden.  Vandaar dus digitaal geletterd. Wanneer iemand ‘digitaal geletterd’ is, beschikt deze persoon over de nodige vaardigheden om zich te kunnen bewegen  in de digitale samenleving.(3)

Verder wordt digitale geletterdheid nog wel eens verward met digitalisering van het onderwijs. Maar ook hier helpen de definities van de beide woorden ons op weg. Terwijl digitalisering gaat over de overgang naar een digitale vorm en de manier waarop we de dingen aanpakken (‘het hoe’), slaat digitale geletterdheid op ‘het wat’. Wat moet je kunnen en kennen om je succesvol in die gedigitaliseerde wereld te bewegen? Het draait dus om meer dan alleen knoppenkennis. Het gaat ook om het aannemen van een bepaalde houding ten opzichte van de gedigitaliseerde wereld. Dat kun je ook goed via offline werkvormen ontwikkelen.

 

“Het draait om meer dan knoppenkennis. Het gaat ook om het aannemen van een bepaalde houding ten opzichte van de gedigitaliseerde wereld. Dat kun je ook via offline werkvormen ontwikkelen.”

 

De stekker eruit: “Unplugged activities” voor digitale geletterdheid

Oké, maar heb je dan helemaal geen computer meer nodig? Ook niet waar natuurlijk! Bij ICT-basisvaardigheden en (digitale) informatievaardigheden, twee van de vier gebieden van digitale geletterdheid, heb je de computer echt nodig. Hier leer je vooral door het veel te doen: lekker experimenteren met apparaten, online programma’s en de zoekmachine. Enkele basisconcepten kun je eventueel eerst behandelen via een offline werkvorm, maar de focus ligt nog steeds op de werking van het digitale apparaat en je weg hierin vinden. Bijvoorbeeld een gestructureerde mappenstructuur leren opstellen via papieren kaartjes of een goede zoekterm leren formuleren.

Bij de twee andere leergebieden, computational thinking en mediawijsheid, zijn die apparaten minder noodzakelijk. Bij deze twee onderdelen gaat het om een stukje kennis, maar ook denkwijzen en attitudes. Besteed hier bijvoorbeeld aandacht aan tijdens een klassengesprek. Dat draagt volgens Kennisnet evengoed bij aan de digitale geletterdheid van leerlingen.(3) Als school kun je er wel voor kiezen om de verwerking, herhaling en creatieve uitvoering digitaal plaats te laten vinden. Digitale middelen bevorderen hier dan het leerproces. (4)

 

Mediawijshei: oude media ontdekken

Groep 4 van juf Mayèl ontdekt oude media (Bron: Instagram, @jufmayel)

 

Een voorbeeld. Je kunt het onderwerp ‘media door de jaren heen’ (mediawijsheid) zowel behandelen in een offline werkvorm met concrete materialen als een floppy of een walkman. Of je maakt gebruik van een Kahoot! om een online quiz te spelen over het onderwerp. Een combinatie van beide kan natuurlijk ook.

Bedenk in ieder geval wel met welke reden je digitale middelen inzet (of juist niet!). Waar dragen ze aan bij? Daag jezelf ook eens uit om echt te gaan werken vanuit doelen en niet vanuit middelen. Zo bekijk je eerst welke doelen je wilt behandelen, waar je de focus op wilt leggen en van daaruit bepaal je de werkwijze. Dat kan dan digitaal zijn, maar evengoed via een leuk offline bordspel, een kringgesprek of invulbladen. Voldoende opties!

 

Zo doen wij het

Groep 1-2: Bootbouwers
In een van de lessen bij ons prentenboek “Baisy en Jip op zoek naar de schat”, leren de leerlingen deel en geheel van elkaar onderscheiden (computational thinking) aan de hand van woordkaartjes van de verschillende onderdelen van een boot. Daarna laten ze hun eigen geknutselde boot tot leven komen met behulp van een StopMotion video. Zo geven ze via een digitale tool uiting aan hun creativiteit.

Groep 3-4: Raad het wachtwoord!
Voordat je leerlingen zelfstandig gaan oefenen met sterke wachtwoorden (ICT-basisvaardigheden) op de computer, speel je met hen een kort spel en voeren jullie een klassengesprek.

Groep 5-6: Zoekt en gij zult vinden!
Welke zoektermen zijn het efficiëntste om te gebruiken (informatievaardigheden)? Aan de hand van een werkblad, leren de leerlingen handige zoektermen formuleren. Pas daarna gebruiken ze een zoekmachine om hun antwoorden te controleren.

Groep 7-8: Vroeger was alles beter
In deze les nemen je leerlingen een interview af bij hun grootouders/ouders/verzorgers om te achterhalen hoe media is veranderd door de jaren heen (mediawijsheid). Daarna kun je ervoor kiezen om je leerlingen hun interview te laten presenteren via een online presentatie, een video of een podcast.

Klas 1 – 2: Media wat doen jullie met me?
Om je leerlingen bewust te maken van de invloed van media, gaan jullie samen een video bekijken (mediawijsheid). Daarna geef je ze de opdracht om zelf op onderzoek te gaan, presenteren ze hun resultaten én jullie houden een klassengesprek. Ook hier weer een mooie combinatie van offline en online.

Zo doen anderen het: leuke offline werkvormen

Digitale geletterdheid met de moestuin maatjes – Miranda Wedekind Onderwijsbegeleiding

Boekentips rond het thema ‘Digitale wereld’ – Kinderboekenjuf

Leestips – Jeugdboeken over internet en social media – Ouders.nl

Programmeren op papier – Juf Maike

 

meer blogs

 

Geraadpleegde bronnen

1. Kirschner, P. A. (2003, maart). Knopvaardig ≠ digitaal geletterd. 4W: Weten Wat Werkt en Waarom, 2(1).

2. Stichting Lezen (2016). Geletterdheid in de 21e eeuw: een verkenning. Amsterdam: Stichting Lezen. 

3. Kennisnet. (2021). Handboek digitale geletterdheid (2021/2022 ed.). 

4. Smits, Anneke. (2020). Lectorale rede Anneke Smits lector Onderwijsinnovatie en ICT. 10.13140/RG.2.2.10410.77763. 

 

Foto header: @angela_1988