Wie had tien jaar geleden verwacht dat we het woord ‘googlen’ als werkwoord zouden gebruiken in onze spreektaal? Bedenk maar eens hoe vaak we iets opzoeken op het internet. We gebruiken een zoekmachine voor van alles en nog wat. De openingstijden van het zwembad, de weersvoorspelling van morgen, een oudhollands recept voor appeltaart en ga zo maar door. Misschien heb je je weleens afgevraagd hoe een zoekmachine precies werkt. Waarom komen bepaalde zoekresultaten bijvoorbeeld bovenaan te staan?
29 juli 2020 | Peter Snippe, Arjan Haan
Wanneer je met de zoekmachine van Google zoekt op het woord ‘pizza’, dan komen er binnen een halve seconde ongeveer 2,5 miljard resultaten tevoorschijn. Die resultaten zijn webpagina’s die met het woord pizza te maken hebben. Een webpagina van een website kun je vergelijken met een bladzijde uit een boek.
Voorbeeld 1:
Wanneer je zoekt op ‘pizza hawaii’, dan vindt Google ongeveer 277 miljoen webpagina’s.
Voorbeeld 2:
Wanneer je zoekt op ‘pizza hawaii recept’, dan zijn het ongeveer 3 miljoen webpagina’s.
In de bovenstaande voorbeelden is te zien dat de zoektermen van invloed zijn op het aantal webpagina’s die Google voor jou selecteert. Kort gezegd: Hoe specifieker jij een zoekopdracht aan Google geeft, hoe specifieker de zoekresultaten zijn. Echter zijn niet alleen de zoektermen zelf van invloed op de resultaten, maar ook de volgorde is van belang.
De manier waarop zoekresultaten tot stand komen, heeft te maken met het algoritme van Google. Een algoritme is een ander woord voor een rekenschema. Het zijn gestructureerde stappen om een probleem op te lossen. Net zoals jij je broodje pindakaas smeert in een vaste volgorde, is er ook vaste volgorde voor het genereren van zoekresultaten. Doordat de zoekmachine van Google een aantal vaste stappen doorloopt, wordt het probleem opgelost en krijg jij de gewenste zoekresultaten. Google doorloopt drie stappen: crawlen, indexeren en ranken.
Er wordt door Google gebruik gemaakt van een grote groep computers die aan de slag gaan met jouw zoektermen. Google gebruikt hiervoor software, zogeheten ‘spiders’, om alle webpagina’s te doorzoeken. Elke webpagina die de zoektermen heeft beschreven (bv. pizza hawaii recept) wordt gevonden. Het uitgangspunt is de volgorde van de zoektermen. Pizza is de belangrijkste term, daarna Hawaii en als laatste de term recept.
Vervolgens worden alle webpagina’s in een index gezet, een enorme bibliotheek. Alle webpagina’s die de zoektermen bevatten, vormen samen een lijst. Uit deze lijst kun jij de gewenste informatie halen.
Alle zoekresultaten van de index worden in een bepaalde volgorde geplaatst. Dit noem je een PageRank. Google bepaalt daarin welke resultaten bovenaan komen te staan en welke daaronder. Je wilt de webpagina’s in het Italiaans tenslotte niet bovenaan toch?
Bepaalde factoren spelen dus een rol in de volgorde van de zoekresultaten. Dit zijn een aantal voorbeelden:
Dit is dus hoe de zoekfunctie van Google te werk gaat. De 2 miljoen webpagina’s zijn voor jou in een halve seconde gecrawld, geïndexeerd en gerankt! In die tijd kun je 1x met je ogen knipperen.
Peter is Trainer Digitale Geletterdheid en begeleidt zo’n 35 scholen bij het implementeren van digitale geletterdheid in hun onderwijs. Vanuit deze rol en als oud-leraar weet hij als geen ander waar schoolteams tegenaanlopen en welke stappen ze kunnen zetten om tot een mooie oplossing te komen.
